Opmerkingen over de reddingsgrepen


Een probleem bij nek- of rugletsel is dat men niet zeker weet waar het letsel precies is. Daarom moet steeds het hoofd en de rest van het lichaam ondersteund worden. Tijdens de redding uit het water, moet het slachtoffer steeds in een horizontale positie gehouden worden. Als er (even) geen andere redders in de buurt zijn, wordt het slachtoffer horizontaal gehouden door met hem door het water te bewegen.
De Vice-Grip (klem-, tang- of bankschroefgreep) is snel en toepasbaar bij alle formaten van redders en slachtoffers. Het grote voordeel van deze greep is dat hij ook bruikbaar is wanneer de nek van een slachtoffer niet in de neutrale positie te krijgen is. De stand van het hoofd kan dus gehandhaafd worden. De Vice Grip is in water vanaf 50 centimeter diepte goed toe te passen en is ook bruikbaar in diep water. Het nadeel van deze greep is dat deze moeilijk langere tijd is vol te houden. Met het verslappen van de greep bestaat het risico dat het slachtoffer aan de nek versleept wordt. Door onder de arm van het slachtoffer hem vast pakken heb je daar minder last van, alleen is er dan een zijdelingse draaiing. Deze verergert op het moment dat het slachtoffer gedraaid moet worden, doordat de armen uitzwaaien. Door de arm van het slachtoffer tussen slachtoffer en redder te houden is dit probleem bij het draaien minder groot.

De Body Hug (Bear Hug, omarmingsgreep) is van weinig waarde in ondiep water en bij aanzienlijke verschillen in lichaamsbouw. De greep geeft een zeer goede stabilisatie en is vrij lang vol te houden, bijvoorbeeld in afwachting van meerdere redders en een wervelplank. Bij deze greep kun je nooit in één keer iemand op de wervelplank leggen. Het overnemen van deze greep vereist enige oefening.

De Extended Arm Grip (bovenhoofdse armgreep) is de beste methode voor het draaien van het slachtoffer (in ondiep water).
De greep kan ook worden gebruikt bij het op een wervelplank leggen van een slachtoffer.
In de uitvoering van de greep ontstaat er een verschil. Als het slachtoffer met het gezicht in het water ligt, dan komt hij na het draaien met de nek op de arm van de redder te liggen.


Wanneer het slachtoffer niet bij bewustzijn is kan hij in één keer naar de kant worden gebracht en op de wervelplank geschoven.
Dat heeft als nadeel dat het hoofd van het slachtoffer naar voren knikt door de onderliggende arm van de redder. Gezien de snelheid waarmee het slachtoffer uit het water gehaald kan worden, heeft deze methode desondanks de voorkeur.
Wanneer het slachtoffer wel bij bewustzijn is, kan het slachtoffer in het water op de wervelplank worden gelegd. Een andere redder kan dan de greep overnemen.

Het hoofd wordt altijd manueel gefixeerd en pas losgelaten, nadat de foamblokken bevestigd zijn.
- Tip: De stifneck select op de kleinste stand omdoen, pas daarna op maat brengen en vast klikken.

Een goede immobilisatie is belangrijk bij braken

Immobilisatie zonder wervelplank

Wervelletsels
De richtlijn ziet er als volgt uit:
Een traumaslachtoffer hoeft niet routinematig geïmmobiliseerd te worden, als blijkt dat:
- De persoon wakker en georiënteerd is
- De persoon geen tekenen van intoxicatie vertoont
- De persoon geen ander zeer pijnlijk letsel heeft dat de pijn van eventueel nekletsel kan maskeren, of aanzienlijk aangezichtsletsel
- De persoon niet klaagt over nekpijn
- De persoon geen neurologische afwijkingen heeft
- Er geen afwijkingen zijn of pijn is bij palpatie van de nek,
- De persoon hoofd en nek in alle richtingen kan bewegen zonder pijn.
(Nb. Dit laatste punt moet ook altijd als laatste onderzocht worden!)
Immobilisatie in het water kan moeilijk zijn en werkt vertragend wanneer reanimatie nodig mocht zijn. Probeer bij een snelle evacuatie uit het water buigen en overstrekken van de nek te voorkomen.
Slecht aangelegde nekspalken kunnen bij bewusteloze slachtoffers een luchtwegobstructie veroorzaken

Geen opmerkingen: